Geert Van Istendael en de vroege libertaire intellectuelen

Roger Jacobs vestigde deze week mijn aandacht op een tekst van Geert Van Istendael uit 1993. Daarin schrijft Van Istendael over August Vermeylen en de kringen van libertaire intellectuelen in België van nog veel eerder. Ik heb me altijd afgevraagd waarom de vroege libertaire intellectuelen tijdens het interbellum veel minder invloed hadden in België dan in landen als Spanje, Frankrijk en Nederland. Ik weet het maar vooral aan het gegeven dat de "Groote Oorlog" diepe wonden sloeg in België, en dat de Sociaaldemocraten met de oprichting van hun coöperatieven nogal wat sympathie bij mensen wisten af te dwingen. Van Istendael wijst echter op een aantal andere zaken: "In België waren elementen die naar anarchisme neigden sterk aanwezig in de zich ontplooiende socialistische arbeidersbeweging. Maar dat de vakbond ‘Syndicale Commissie van de Belgische Werkliedenpartij’ genoemd zou worden, geeft toch ondubbelzinnig aan dat de politieke vleugel van de beweging het overwicht had. Dat je in die tijd alleen kon aansluiten bij de vakbond door lid te worden van de partij was voor rechtgeaarde anarcho-syndicalisten onaanvaardbaar. Het anarchisme als brede sociale beweging had in België geen schijn van kans meer toen de socialisten in 1893 een eerste vorm van algemeen stemrecht hadden afgedwongen. Tussen de twee wereldoorlogen zou het anarcho-syndicalisme vooral in Spanje nog een maatschappelijke factor van betekenis blijven. Na 1918 helden de intellectuelen over tot het communisme en zelfs tot het fascisme. In België kwamen de meesten terecht in de sociaal-democratie." Of dat afdwingen van "een eerste vorm van algemeen stemrecht" zoveel invloed had? Ik weet het niet. Misschien dachten velen dat dit stemrecht veel dingen ging veranderen. Vrouwen hadden nog geen stemrecht, maar feminisme was toen ook van weinig invloed.

Popular posts from this blog

Oekraïne, een jaar later (4)

Het belang van de hoofddoekenkwestie

Oekraïne, een jaar later (2)